SV | En zij deelden hen door loten af, dezen met genen; want de oversten des heiligdoms en de oversten Gods waren uit de kinderen van Eleazar en van de kinderen van Ithamar. |
WLC | וַיַּחְלְק֥וּם בְּגֹורָלֹ֖ות אֵ֣לֶּה עִם־אֵ֑לֶּה כִּי־הָי֤וּ שָֽׂרֵי־קֹ֙דֶשׁ֙ וְשָׂרֵ֣י הָאֱלֹהִ֔ים מִבְּנֵ֥י אֶלְעָזָ֖ר וּבִבְנֵ֥י אִיתָמָֽר׃ ס |
Trans. | wayyaḥələqûm bəḡwōrālwōṯ ’ēlleh ‘im-’ēlleh kî-hāyû śārê-qōḏeš wəśārê hā’ĕlōhîm mibənê ’elə‘āzār ûḇiḇənê ’îṯāmār:0 |
En zij deelden hen door loten af, dezen met genen; want de oversten des heiligdoms en de oversten Gods waren uit de kinderen van Eleazar en van de kinderen van Ithamar.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zij deelden hen door loten af, dezen met genen; want de oversten des heiligdoms en de oversten Gods waren uit de kinderen van Eleazar en van de kinderen van Ithamar.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!